Sluiten

Klimaat

Griekenland staat bekend om het warme, mediterrane klimaat. Op de Griekse eilanden en in redelijk grote delen van het vasteland zorgt het warme mediterrane klimaat (type Csa volgens de Köppen klimaatclassificatie) voor warme zonovergoten zomers en milde winters, waarin de grootste hoeveelheid van de totale jaarlijkse neerslagsom valt. Op populaire vakantie-eilanden zoals Kreta of Kos zie je dat in de periode mei tot en met september er weinig neerslag van enige betekenis valt. Sommige jaren zie je een afwijkend patroon en kunnen er sporadisch in de maanden mei en september wél pittige regen- of onweersbuien vallen. Op de Ionische eilanden (o.a. Corfu en Zakynthos) is die kans nog een stukje groter.

Het vasteland van Griekenland kent in het noorden en in de berggebieden een overgang naar een warm zeeklimaat en een warm landklimaat op de hoogste bergtoppen. Vooral in de bergen zul je merken dat het weer grilliger is en dat met name in de wintermaanden het aanzienlijk koeler kan zijn dan op de Griekse eilanden.

Vier seizoenen

Griekenland kent net als Nederland vier seizoenen die ongeveer gelijk lopen met die van ons. Het grote verschil zit hem in de temperaturen en weersomstandigheden. In Griekenland zie je in de winter soms grote contrasten in temperatuur in de bergen en langs de kustgebieden. De winter is in Griekenland veruit het natste seizoen, waarbij op hoogvlaktes, op bergen en vooral landinwaarts de kans groot tot zeer groot is dat de neerslag in de vorm van sneeuw of eventueel ijzel valt.

Sommige gebieden in Griekenland zijn vrijwel iedere winter wit door de sneeuw. Op het vasteland kun je dan ook op verschillende locaties aan wintersport doen, waarbij Parnassos, Diavolopos en Falakro tot de grotere skigebieden behoren. Skiën in Griekenland is relatief goedkoop en het is natuurlijk een uitstekende mogelijkheid om het land eens buiten het drukke zomerseizoen te bezoeken.

Lente

De lente begint in Griekenland ongeveer begin maart. Het aantal regendagen neemt af, het aantal zonne-uren neemt toe en de temperatuur zit zowel overdag als ‘s nachts in de lift. Zowel de maand maart als april kunnen zeer grillig zijn. De ene week kan het nog relatief koel en nat zijn, terwijl een week later het ineens zomer lijkt te zijn. Deze weersomslag verschilt per gebied en per jaar. Het ene jaar breekt de lente vroeg aan, terwijl het andere jaar tot diep in de lente instabiel weer kent. De sneeuwlaag op de bergtoppen en in de hoogvlaktes slinkt in de periode maart tot juni, waarbij het lokaal lang kan duren voordat de sneeuw echt verdwenen is.

Zomer

klimaat van Griekenland

Na een relatief korte lente breekt in mei (de meeste Griekse eilanden) of juni (de Ionische eilanden, Peloponnesos en het vasteland) de zomer aan. Sommige jaren kan de overgang van lente naar zomer gepaard gaan met nog een aantal dagen met veel wind. Zodra de zomer definitief aangebroken is resten er tot oktober vrijwel alleen nog maar warme tot hete dagen vol zon en met vrijwel geen neerslag meer. Dit is de periode waarin de zonaanbidder volop aan zijn of haar trekken komt in Griekenland.

Gemiddelde middagtemperaturen variëren in de warmste maanden juli en augustus van 28 tot 33 graden Celsius. Lokaal kan het op bepaalde momenten echter veel warmer worden, waarbij de veertig graden grens bereikt of zelfs overschreden wordt. De hoge temperaturen in combinatie met de vorming van smog zijn een grote reden voor inwoners van hoofdstad Athene om in de zomer de stad als het ware uit te vluchten richting de eilanden.

De zomer duurt tot en met september, lokaal tot oktober. Op de Griekse eilanden zoals Kreta, Rhodos en Samos kan de nazomer in goede jaren zelfs nog tot in november voortduren.

Najaar

De herfst in Griekenland kondigt zich in de regel aan door een toenemende wind, meer bewolking en de eerste dagen met regenbuien of zelfs compleet regenachtige dagen. De temperatuur is over het algemeen nog steeds aan de hoge kant, maar je merkt eind september of in de loop van oktober dat het aantal mooie zomerse dagen steeds vaker afgewisseld worden met minder fraaie dagen. Vooral vanaf de tweede helft van oktober neemt de kans op minder zonnig en war, weer toe.

Vanaf november zet de temperatuurdaling flink door en zie je dat op de eilanden de twintig graden al bijna niet meer bereikt wordt, landinwaarts op het vasteland kan het al echt aan de frisse kant worden. Typerend voor november en december is de flinke toename in aantal regendagen en de hoeveelheden neerslag die gemiddeld per maand gemeten wordt.